Huiselijke ooievaar

In 1914 verdween de ooievaar als broedvogel langs de Reest, maar ze zijn
geherintroduceerd dankzij buitenstations, waar ooievaars werden gefokt. Tegenwoordig zijn de buitenstation een opvangcentrum voor zieke en gewonde ooievaars.

Het ideale broedgebied voor de ooievaar is een volop vochtig half natuurlijk grasland in de buurt van het nest. Hier zullen veel prooidieren zoals insecten, wormen en muizen zich ophouden.

De vismarkt op het Rode Torenplein in Zwolle kende in het midden van de negentiende eeuw een bijzondere ooievaar die ook ’s winters overbleef en de lieveling der visvrouwen was . Hij was geboren in het gehucht Frankhuis en was zeer gehecht aan deze plek. Hoe koud het ook was, toch bracht hij dagelijks een bezoek aan zijn geboorteplek. Bij terugkomst tikte hij met zijn snavel tegen de ruiten van de woning van zijn verzorger, die hem daarna zijn vismaal gaf. Vervolgens stapte hij dan naar zijn met hooi gevulde hok, dat hij broederlijk deelde met de hond des huizes.