mysteries Reestdal grijs paard

Het zwarte paard, dat in drie dagen grijs werd

In Oud Avereest staat een mooi gerestaureerde boerderij. Hier woonde de scheepsjager en paardenhandelaar Paul Timmer. De grote boerderij deed dienst als handelsstal: langs de zijmuur stond vaak een rij paarden en ook op de deel waren paardenstallen.

Rnd 1920 kwam Timmer met een oud en grijsachtig paard thuis. Onder het motto ‘goed voer en een warme stal’, werd het paard weer op krachten gebracht. Het goede voer en de donkere stal misten de uitwerking op het paard niet en toen het na een paar weken uit de stal werd gehaald, was het al weer een beetje dartel. Nu moesten de kenmerken van het oud zijn nog wat worden weggewerkt. De hoeven werden netjes bijgewerkt en met zwarte teer glanzend gemaakt. Met Zebra-kachelglans werden niet alleen de grijze haren weggewerkt, maar stond het paard er bovendien glimmend bij. Nu kon het paard verkocht worden. De brutale Timmer ging op bezoek bij de oude eigenaar van het paard en informeerde of er al een nieuw paard gekocht was. Toen hierop ontkennend werd geantwoord, trok hij alle registers open. Zij gingen op pad om het paard te bekijken. Timmer prees het paard in alle toonaarden aan en het duurde niet lang of de koop werd gesloten. Bij het weggaan kon Timmer het niet laten nog een weddenschap af te sluiten: “Ik wed om een doos sigaren dat het paard grijs bij je wordt”. Alzo werd besloten.

Toen het paard thuis in de wei werd gelaten was er nog niets aan de hand, het voelde zich direct thuis. Maar na enkele koude nachten en een paar fikse regenbuien stond het paard met het hoofd naar beneden in de wei. De kleurspoeling was uitgewerkt, evenals het krachtvoer. Het paard was in drie nachten grijs geworden. Toen Timmer enkele dagen later voorbij fietste, kon hij het niet laten te roepen: “Die doos sigaren zal wel niets meer worden, maar ik heb je gezegd dat het paard nog grijs bij je wordt en ik heb gelijk gehad”.

Anekdote